De Ehlers-Danlos Syndromen (EDS) zijn een heterogene groep van erfelijke bindweefselaandoeningen (HCTD’s) die worden gekenmerkt door gewrichtshypermobiliteit, hyperextensibiliteit van de huid en weefselfragiliteit.

 

(Malfait et al.2017).

WAT IS EDS?

 

Het Ehlers-Danlos Syndroom is een groep van bindweefselaandoeningen waarbij een genetische stoornis gelegen is, die ervoor zorgt dat het bindweefsel niet goed is aangelegd en de aanmaak van het collageen verstoord is.

Dit kan leiden tot defecten in het hele menselijke systeem, met uiteenlopende gevolgen. EDS is erfelijk bepaald , en komt voor in verschillende subtypes naargelang hun genetische oorzaak en hoe het lichaam beïnvloedt wordt. Bij elk type van de Ehlers-Danlos Syndromen wordt er duidelijk een probleem in bindweefsel gedefinieerd!

 

WAT ZIJN DE KENMERKEN VAN EDS?

 

De Ehlers-Danlos Syndromen worden gekenmerkt door :

 

Hypermobiliteit van de gewrichten waarmee bedoeld wordt dat gewrichten ‘overstrekbaar’ zijn.

Hyperelasticiteit of hyperextensisibiliteit  waarbij de huid verder uitgerekt kan worden dan normaal.

Weefselfragiliteit of kwetsbaarheid van de huid.

 

Deze samenhang van aandoeningen zorgt ervoor dat de term ‘syndroom’ gebruikt wordt, omdat deze zich telkens samen manifesteren!

 

HOE MANIFESTEERT EDS ZICH?


De klinische manifestatie, dus de fysieke tekenen en symptomen, van EDS zijn meestal gewrichts- en huidgerelateerd.

GEWRICHTEN : Veralgemeende hypermobiliteit met losse, onstabiele gewrichten die gevoelig zijn voor frequente dislocaties en/of subluxaties als gevolg. Hyperextensibele gewrichten die buiten het normale bereik van het gewricht bewegen, gewrichtspijn en vroeg begin van artrose.

HUID : Zachte, fluweelachtige huid. Variabele hyperextensibiliteit van de huid. Kwetsbare huid die gemakkelijk scheurt of kneust waarbij blauwe plekken kunnen ernstig zijn. Ernstige littekens met soms langzame en slechte wondgenezing. De ontwikkeling van molluscoïde pseudotumoren (vlezige laesies geassocieerd met littekens over drukgebieden).

DIVERSE : Chronische, vroege aanvang, slopende musculoskeletale pijn, meestal geassocieerd met het hypermobiliteitstype (hEDS). Arteriële/darm/baarmoeder fragiliteit of breuk, meestal geassocieerd met het vasculaire type (vEDS). Scoliose bij geboorte en sclerale fragiliteit, geassocieerd met het Kyphoscoliosis Type (kEDS). Slechte spierspanning, geassocieerd met het Arthrochalasia Type (aEDS). Mitralisklepprolaps  en tandvleesaandoeningen. Bloedvat en/of inwendige orgaanverschijnselen.

COMORBIDITEITEN: Verschillende aandoeningen zijn geassocieerd met EDS en in het bijzonder de hypermobiele variant  (hEDS)  De meest voorkomende hiervan zijn complicaties van het  bovenste en onderste maagdarmkanaal zoals slikproblemen, trage maaglediging en darmproblemen. Deze veroorzaken misselijkheid, braken, zure oprispingen, een opgeblazen gevoel, pijn en zorgen over absorptie en voedselintolerantie. Autonome stoornissen van hartslag en bloeddruk, darm- en blaasfunctie en temperatuurregulatie. Angst, depressie en fobieën  en orgaan-/systemische ontsteking gerelateerd aan mestcelactivering.

 

WELKE GEVOLGEN ONTSTAAN ER DOOR PROBLEMEN BIJ HET BINDWEEFSEL?

 

Het lichaam bestaat uit 80% bindweefsel en het is een hoofdbestanddeel van onze huid, botten, tanden, tandvlees, ogen, spieren, gewrichtsbanden, bloedvaten en organen. Bindweefsel hoort te verbinden, te ondersteunen en te beschermen maar kan deze functies niet vervullen door een genetische stoornis.

Bindweefsel geeft normaal de steun om weefsels, gewrichten en organen op hun plaats te houden. Doordat hier een defect is, kunnen de gevolgen ook wijdverspreid zijn over het hele lichaam. Daardoor vormt zich een structureel probleem!

Bindweefsel is wat het lichaam gebruikt om sterkte en elasticiteit te bieden. Normaal bindweefsel bevat sterke eiwitten waarmee het weefsel kan worden uitgerekt maar niet verder dan zijn limiet, en dat weefsel vervolgens veilig weer normaal kan maken. Het bindweefsel waarmee een persoon met EDS is gebouwd, is niet gestructureerd zoals het zou moeten zijn. Met een slecht geconstrueerd of verwerkt bindweefsel kan een deel of al het weefsel in het door EDS aangetaste lichaam over normale grenzen worden getrokken, wat schade veroorzaakt.

De problemen die het gevolg zijn van het feit dat iemands lichaam is opgebouwd uit een eiwit dat zich onbetrouwbaar gedraagt, kunnen wijdverspreid en in een breed scala van ernst zijn. Het verschijnt op plaatsen die geen verband lijken te houden totdat de onderliggende verbinding met een Ehlers-Danlos Syndroom wordt herkend.

 

 

WAT IS DE OORZAAK VAN EEN VERSTOORDE COLLAGEENAANMAAK?

 

In bindweefsel zitten veel eiwitten. Een van de belangrijkste eiwitten is collageen. Bij de Ehlers-Danlos Syndromen zijn er fouten in de genen die bepalen hoe het lichaam collageen aanmaakt, en/of in sommige subtypen andere eiwitten die naast collageen werken. Hierdoor wordt het bindweefsel zwakker. Verschillende weefsels en organen kunnen op verschillende manieren worden aangetast, afhankelijk van de genetische fout. Dit verklaart waarom er verschillende subtypes van EDS zijn. 

 

WAT IS BEPALEND VOOR EEN DIAGNOSE VAN EDS?

 

Elk EDS-type heeft een reeks klinische criteria die helpen bij het stellen van de diagnose. De fysieke tekenen en symptomen van een patiënt kunnen worden vergeleken met de belangrijkste en minder belangrijke criteria om het type te identificeren dat het meest volledig past. Dat gezegd hebbende, kan er een aanzienlijke overlap zijn tussen de EDS-typen.

Soms wordt een “voorlopige klinische diagnose” van een EDS-type gesteld. Dit kan gebeuren wanneer een persoon aan een minimale klinische vereiste voldoet, maar geen toegang heeft tot moleculaire bevestiging of wiens genetische tests één of meer genvarianten van onzekere betekenis laten zien. Deze personen moeten klinisch worden gevolgd. Alternatieve diagnoses en uitgebreide moleculaire testen, microscopisch onderzoek van een huidbiopsie en testen van mogelijk getroffen familieleden moeten worden overwogen.

De genetische basis voor hypermobiele EDS (hEDS) is nog onbekend, dus een hEDS-diagnose berust op de criteria en wat uw arts tijdens uw onderzoek vindt.

Houd er rekening mee dat de ervaring van een persoon met EDS van henzelf is en niet noodzakelijk dezelfde is als die van een ander. Diagnostische criteria zijn uitsluitend bedoeld om een ​​EDS te onderscheiden van andere erfelijke aandoeningen van het bindweefsel, en er zijn veel meer symptomen voor elke EDS dan in de diagnostische criteria.

 

HOE GEBEURT DE DIAGNOSESTELLING?

 

Als u denkt dat u een van de Ehlers-Danlos Syndromen of hypermobiliteitsspectrumstoornissen heeft, en vooral als iemand in uw directe familie de diagnose heeft gekregen, vraag dan uw arts of deze diagnose bij uw symptomen zou kunnen passen. De kans is groot dat u wordt doorverwezen naar een klinisch geneticus die ervaren is om onderscheid te maken tussen deze ziekten, en in staat om  de tests uit te voeren die nodig zijn om EDS en HSD te onderscheiden van de meer dan 200 andere erfelijke bindweefselaandoeningen . 

Een diagnose is belangrijk omdat, hoewel EDS en HSD niet te genezen zijn, ze wel te behandelen zijn. Als u het type EDS of HSD kent, krijgt u en uw medische team een ​​idee van waar problemen vandaan kunnen komen en waarom ze zich voordoen. En naarmate meer mensen de diagnose krijgen, krijgen EDS en HSD de aandacht die nodig is om de zorgverlening, de educatie en het onderzoek naar deze aandoeningen te vergroten, wat leidt tot betere gezondheidsresultaten.

Uw weg naar een EDS- of HSD-diagnose begint wanneer de arts een volledige geschiedenis van uw zorgen doorneemt en vervolgens een lichamelijk onderzoek doet waarbij naar uw gewrichten, huid en alle andere delen van het lichaam die mogelijk zijn aangetast, moet worden gekeken. Uw medische familiegeschiedenis kan ook waardevolle informatie bevatten. 

De diagnose van een EDS-subtype komt door het vinden van het subtype dat het meest overeenkomt met uw symptomen en de diagnostische criteria. Uw tekenen en symptomen zullen worden afgestemd op de belangrijkste en minder belangrijke criteria om het subtype te identificeren dat het meest volledig past. Er is een aanzienlijke overlap in symptomen tussen de EDS-subtypen en de andere bindweefselaandoeningen, waaronder HSD, en er is ook veel variabiliteit daartussen. Dus een definitieve diagnose voor alle EDS-subtypes – behalve voor hypermobiele EDS (hEDS) – vereist ook bevestiging door  middel van gentesten om  de verantwoordelijke variant voor het gen dat in elk subtype is aangetast, te identificeren 

 

HOE WORDEN DE SUBTYPES GECLASSIFICIEERD?

 

De Ehlers-Danlos Syndromen worden momenteel ingedeeld in dertien types. De belangrijkste soorten Ehlers-Danlos Syndroom zijn geclassificeerd volgens de tekenen en symptomen die zich manifesteren. In elk subtype, behalve het hypermobiele subtype (hEDS) zijn genetische varianten  geïdentificeerd als de oorzaak van de aandoening en maken deel uit van de diagnostische criteria.

Sinds de publicatie van de 2017 criteria voor EDS zijn een aantal andere genen geïdentificeerd die aanvullende nieuwe typen beschrijven .  Deze omvatten met name  AEBP1-gerelateerde EDS en een  COL1 A1/A2 -genvariant die overlap veroorzaakt tussen EDS en Osteogenesis Imperfecta.   

 

WAT IS DE PREVALENTIE VAN EDS?


EDS is verzamelnaam voor een heterogene groep van zeldzame bindweefselaandoeningen
waarbij de onderzoeksstatistieken van de Ehlers-Danlos Syndromen de prevalentie zien als 1 op 2500 tot 1 op 5000 mensen. Recente klinische ervaring suggereert dat het Ehlers-Danlos Syndroom vaker voorkomt. De totale prevalentie van de Ehlers-Danlos-syndromen ligt  tussen 1 op 3.500 en 1 op 5.000 mensen. De hypermobiele variant (hEDS) is verreweg het meest voorkomende type en komt mogelijk vaker voor omdat het kan worden gemist of verkeerd gediagnosticeerd als iets anders.  De meeste zijn zeldzaam, bijvoorbeeld  1 op 40.000 – 200.000 en sommige zijn ultrazeldzaam, dit wil zeggen minder dan 1 op een miljoen mensen.

Het is bekend dat de aandoeningen zowel mannen als vrouwen van alle rassen en etnische achtergronden treffen, wat kan leiden tot complicaties vanaf de geboorte en progressie in de tijd.  De mate van voorkomen is sterk afhankelijk is van de classificatie.

HOE IS DE PROGNOSE VAN EEN PERSOON MET EDS?

 

Hoewel EDS niet te genezen is of er geen remedie is voor de Ehlers-Danlos-syndromen, is er een behandeling voor symptomen en zijn er preventieve maatregelen die voor de meeste patiënten nuttig zijn. Er kan een breed scala aan ernst van symptomen en zorgen binnen een gezin zijn, in het geval van het Ehlers-Danlos Syndroom, van elke persoon uniek.

De prognose hangt af van het type Ehlers-Danlos Syndroom en het individu. Orgaan- en vaatruptuur kan leiden tot vroege dood bij mensen met vasculaire EDS (vEDS) en enkele andere zeldzame vormen van EDS. Ernstige ademhalingsbeperkingen als gevolg van een uitgesproken scoliose kunnen bijvoorbeeld het risico op longziekte verhogen en de levensverwachting verminderen . In sommige gevallen kan gastro-intestinaal falen leiden tot ander orgaanfalen en overlijden. Voor de meeste mensen is de levensverwachting echter normaal .     

Voor sommige mensen verergeren hun zorgen in de loop van de tijd, bijvoorbeeld gewrichtspijn en instabiliteit die leiden tot verminderde functie en kwaliteit van leven. Dit kan gebeuren omdat ze niet het juiste advies hebben gekregen, of behandelingen niet effectief zijn geweest, of behandelingen alleen een natuurlijke neiging bij die persoon hebben kunnen vertragen om hun toestand te verslechteren. 

Voor andere mensen kan de behandeling hun welzijn, functie en kwaliteit van leven aanzienlijk verbeteren, of hen in een stabiele toestand houden, zodat ze niet langer het gevoel hebben dat ze achteruitgaan, verder weefselschade kunnen voorkomen en hun zorgen beter kunnen beheren.  

 

BRON : The Ehlers-Danlos Society
www.ehlers-danlos.com